162 Men kan begrijpen, wat hij in heinsius verloor, toen deze, tot andere werkzaamheden geroepen, hem te Neuzen bij zijne boeken terug liet. Desniettemin, zijne goed voorziene boekerij is hem alles Zijne boeken laten hem niet alleen, laten hem nimmer verlegen. En verder op eene andere plaats: PETRUS HOTDIÜS Mijnen lust die is gebonden In sijn stille eenicheyt; Weltevreden, ongevonden, Ongeacht en ongevleyt, Hier te sitten op 't cantoor, Altijd met geloken door, Jaren lanck, met open boucken, Daer mij licht mijn vrienden souclcen. Al wat ick vrage, weten sij, En segghen 't sonder weten. Nooit straffen se of beschamen mij Al heb ik 't weer vergeten. Ik gae 't haer weer van vooren aen Soo dickwijls ondervragen, Tot dat een ijder uyt den qnaên Mij helpt, naer mijn behaghen. ïn hare lessen nimmermeer En weet ick tijd verloren; En altijds keer ick wijser weer, Veel dan ik was te vooren. Hebbe ick erghens yet vergeten, Altijd is haer mont gesticht Om mij alles te doen weten Met een grondich onderricht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 202