165 Hij is daarom ook geen vriend van lange ge beden; lees slechts zijn gebed vóór den maaltijd; Hoe kort en eenvoudig: Hoe zaakrijk en krachtig zijn dankgebed is De groote overvloed van spijs en drank, dien de Voorzienigheid overal door de natuur verspreidt, den mensch t'elker ure toescliikt, moet den cnristen een spoorslag zijn tot milddadigheid. PETRUS HONDIUS Hoeseer haer hoofden hangheu Als hiesen achterstraet, 't Sijn netten om te vanghen Al eer men gade slaet. He.ere God! wil dijne gaven, Die wij nutten dit termijn, Geven maclit om ons te laven; En dat wij dij dankbaer zijn. 7). Heere God, die ons ligchamen Hebt genadelick gevoet, Onse sielen al te samen Van den onderganck beboet: Voet se met bet bemels broot; Geeft ons allen, cleen en groot, Dat van bier ons d'aertsclie spijse Trapwijs naer 'den hemel wijse. Lieren Heer, hoe weinig weet Menich christen goet bescheet, Van Gods gaven te besteden Aen zijn aerme mede-leden

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 205