169
hunne hoven begravende arabisehe en perzische
tuinen liggen verwilderd.
Avicenna en averroes zouden de plaats ter
naauwernood ontdekken, waar hunne tuinen hebben
gelegen; dioscgrides zelf moet zich tevreden
houden, dat men zijne werken leest, zonder naar
zijnen hof te vragen of te zoeken. Even als van
alle prinsen de hoven zijn verdwenen, zoo zoekt men
ook te vergeefs naar de plaats, waar God zelf den
hof, het paradijs, geplant heeft.
Maar het volgende troost hem en moet ook ons
tevreden stellen:
Buiten en behalve eene getrouwe en gemoedelijke
waarneming van zijn ambt, was de beoeiening der
kruidkunde zijn grootste lust en voornaamste
bezigheid, en geen wonder, daar hij den uitmun
tenden kruidkenner carolus clusius, die van 1593
tot aan zijnen dood in 1609 te Leiden hoogleeraar
in de geneeskunde was, onder zijne leermeesters telde.
PETRUS HONDIUS
Soo sal men yluks
Oock vergeten gaer en gans
Mijn vermaerde Moufesclians,
Die nu selfs noch in mijn leven
Meestendeels is onderbleven 9).
Niemant dencke dat mij yet
Nieuws alleene nu geschiet.
Nog sal 't de grootste eere
Mij wesen met bescheet,