172 PETllUS HONDIUS Allioewel het mij niet altijd gelukt is, zijne be schrijvingen van vreemde, door hem van wijd en zijd ontvangen planten met zekerheid op de zoo danige toe te passen, die* tegenwoordig en aan mij meer of min bekend zijn, kan men deze echter meestal juist en uitvoerig noemen, soms met den datum der rooijing en dien van het inoogsten voorzien. Men leze in de bijvoegselen op het cruidtboeck van dodoneüs zijne beschrijving van helianthus taberosus L. (batatas canadense, ook artichokken onder d'eerde of yan ter Neuzen genoemd)die van juglius nigra L. (can'adasche notenboom); van convolvulustricolor L. (winde van Virginiën); van asclepius syriaca L. (apoicivum of zijdevrucht van Canada); van vitis hederacea Ehrh. (zijne viticula of wijngaard van Virginia enz. (11) welke alle hondiüs bovendien op zijne Moffenschans aangekweekt had, en werd behalve deze ook nog de als voedingsplant zoo nuttige als bekende en door clusius het eerst in 1588 van pi-iil. de sicry ontvangen aardappel (solanum tuberosum L.) daar gevonden en is ons van hem eene bijzondere wijze bekend, om deze in den winter te bewaren, welke nog heden ten dage in Zeeland en elders niet zelden wordt gevolgd. Zijne „knoesten of artichokken onder d'eerde" heb ben bij hem evenwel de voorkeur boven de aardappels: Dese knoesten die te saam Van ons dragen haeren naein.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 212