173 Zijne waarnemingen over de verspreiding der zaden van Oxalis cormiculata L.; over de onder scheiding van mannelijke en vrouwelijke (vrucht dragende) bloemen van de corylus avellana L. (de gewone hazelaar); over de wisseling der bladen bij daphné laureola L. enz. doen ons hem kennen als den oorspronkelijken en naauwkeurigen waarnemer. Op bijzondere wijze door middel van zaaijing leerde hij ons de Crataegusoxyacantha L. (den ge wonen haagdoorn); door middel van stekken, de colutea arborescens L. en tyrus cydonia L. (kwee perenboom) voorttelen. "Van dezen laatsten deelt hij ons nog eene bijzonderheid mede, die hier eene plaats verdient. De eerste spruiten van dezen boom zijn eetbaar en zeer goed van smaak, bijna als die van de pit of kern van den perziksteen, welke smaak allengs vergaat en noch in bladeren, PETRUS HONDIUS Die v»ij heeten, om haer weerde, Artichokken onder d'eerde; Die iek hebbe in 't hof doen stellen, In de plaats daer placht te staen En 't gebuer cruydt neer te vellen, Papas van d'americaen. En hier mede is uytgeblust Onsen ouden vremden lust, Van soo verre te gaen loopen Om batatas te gaen coopen. Ons batatas van ter Neuzen Met de gheen die Spagnien sent Bey gelyck geset ter keusen, Mijnen lust tot d'onsen went.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 213