177
Immers hokdiüs leert ons, dat op de schorren van
ter Neuzen en Axel
Is het te wachten, dat een zoo vurig beminnaar
der kruidkunde, de leerling van eenen clusius, die
bijna geheel Europa doorreisde, zijn onderzoek
alleen zoude uitstrekken tot zijnen naasten omtrek?
Hij, die iedereheide, elk veld als zijnen hof be
schouwde.
Ja, die zelfs den mensch gelukkig acht, die het
geheele aardrijk als zoodanig voor zijnen tuin durft
rekenen en mag berooven,
1857. 15
P15TR.CS HONDIUS
Hem in ons quartier beghevcn,
Ware niet soo seer vergist
In 't limoencruydt, dat hij plant
Verre buyten Nederlant.
't Limoencruydt heele velden.
Buitendijcks alom. bekleet.
In wat oort, off kant, off wijck,
Waer ick gae, sijn al gelijck,
Heije en velden mijne hoven,
Die ick vrij'lick moet berooven
Weighelukkig is de mensch,
Die naer sijnen eyghen wensch
Mach de weerelt door verkeeren,
Om alom jt' herbariseren
Die bet aarderijck met allen
Heeft voor sijnen hoff gemeyn,
Ende naer zijn welbevallen
Brengbt in sijn besloten pleyru