185 PETRUS HONDIUS De lijsters onder dies, en sneppen hier gevangen, Die kookt dan ons gezin, en eet ze met verlangen, Ook wel een buitengas!; en ziet op deze wijs, Zoo word een vriend onthaeld met ongekogte spijs. 6) Daniel heinsius, in 1581 te Gent geboren, ontving, met zijne ouders te Ylissingen wonende, aldaar zijne eerste opleiding, te gelijkertijd met p. hondius en onder de zelfde leermeesters. Hij volbragt zijne studiën eerst te Franeker en daarna te Ley den, waar hij, in eene vergadering van curatoren der hoogeschool, den 9dcn Mei 1602, toen nog student, de vergunning verkreeg om openbare lessen in poësi te houden. Den llden Mei 1603 be noemde men hem tot prof. extraord. poeseos en eerst in 1613 werd hij als gewoon hoogl eraar erkend. In 1618 was hij ge- volmagligde van de staten op de synode. Wanneer en hoelang is heinsius dan toch te Neuzen geweest? Bij gebrek aan de noodige bescheiden is het mij niet mogelijk, dit met juistheid te bepalen. Zeer zeker is dit volgens de aangehaalde dicht regelen geweest, ten tijde dat hondius aldaar predikant was. Zie verder heinsii, Meg. poëmat. orat. etc. te water Kerk en school te Gent enz. 7) Opmerkelijk genoeg gebruikt hondius, alleen in gebeden of toespraken tot God, het oud-dietsche dijne, dijdu voor uwe, gij enz., zeker als teeken van eerbied. 8) Door le francq van berkhey {Natuurlijke hist, van Holland, 3de deel, p. 1496) wordt, omtrent verschillende spijzen en hare toebereiding, in het begin der 17de eeuw in Holland en Zeeland gebruikelijk, verwezen naar de Moffeschans. Almede noemt hij in zijne inleiding op het 1ste deel, hondius als kruidkundige. 9) Dat men ten jare 1741 en nog later, zelfs in 1757 mis schien nog, enkele vreemde planten in den besloten tuin van de Moffeschans hebbe aangetroffen, is te waarschijnlijker, nademaal men die in vele bloemhoven, ja in de meeste, overal elders even eens aantreft. Of men echter deze nog konde beschouwen als overblijfsels van den vroegeren luister van hondius' tuin, is zeer te betwijfelen, daar de vreemde bloemen en planten meestal

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 225