192 W GOEDE EAAD. Men vroeg eens aan lord byron, wat wel het sterk ste leger was? - Hij antwoordde: „Een Ier vecht eer hij nadenkt; een Schot denk na eer hij vecht, en een Engelschman stoort er zich weinig aan, wat hij het eerste doet, maar schikt zich naar alles wat zijne vrienden ge noegen geeft. Wil men dus een goed leger hebbên, dan moet men half dronken Ieren, half uitgehongerde Schotten en vetgemeste Engelschen nemen." SCHEMERAVOND, Ja, al dat heil, o schemerlicht, Schenkt mij uw plegtig schoon, En doet mij Godes goedheid zien, Die van uit der englenwoon Zijn gaven mild het menschdom biedt, Door hoop ons lot verzacht, En klaar Zijn wijze almagt toont In natuurs rijke pracht. Blijf mij steeds dier, o avondstond! 'k Waardeer uw zacht genot, Daar gij mijn ziel aan 't slijk ontscheurt, En voert ten troon van God. Aaltre, Junij 1854.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 232