ken als het ten beste van de stad was. Maar eer
ik u iets toezeg, zult gij wel willen zeggen wat
het is, dat mij de eer schenkt van uw bezoek."
Onze stad," zeide cats, nog niet regtstreeks
antwoordende, „heeft zwaar geboet voor den
bijstand, welken zij aan die van Sluis heeft verleend.
Hebben niet zestig der voornaamste inwoners met
de gansche wet aan het hoofd, hertog axbkecitt
blootshoofds en geknield om vergiffenis moeten
smeeken? Heeft de stad niet moeten toestemmen,
dat de honderd ponden, die zij jaarlijks uit de
domeinen der grafelijkheid genoot, werden inge
trokken? Zal Zierikzee niet nog lang zuchten onder
de aflossing der vierentwintig duizend andriesgul-
dens, die als boete moeten worden opgebragt? Is
twee stuivers van elke haardstede 'sjaars niet eene
ontzettende schatting, voor immer op de poorters
gelegd? Hebben wij niet al onze bussen en artil
lerie moeten overgeven, zoodat onze meer dan acht
eeuwen tellende stad 2) gansch weerloos is? En
bovendien die twee blokhuizen aan de haven,
waardoor de hertog ter aller ure den handels
hartader van Zierikzee kan afsteken, door geen
schip in- of uit te latenDat valt zuur en zwaar,
heer! Is het vreemd, dat de burgerij die lasten,
die vernedering noode draagt? Is het vreemd, dat
de poorters wrokken over den schimp, dat zij
zeiven die gehate blokhuizen, opgerigt tot bedwang
198 VADER EN ZOON.