r. koning van Spanje zien ontnemen ten gevolge van zijnen ijver voor de vrijheid en onafhankelijkheid der Nederlanden. Om den geliefden vorst in een scliitterahd blijk der nationale erkentelijkheid daar voor vergoeding te geven, besloten de staten van Vlaanderen om dan zijne hoogheid het klooster te Zande, met al de daartoe behoorende goederen in het toenmalige ambacht van Hulst, op te dragen. Hoewel het huis van Oranje van toen af moet ge acht worden er den eigendom van te hebben be- ieze 'zeten> koude eersj£ prins maürits, na de spaansche magt in 1591 uit Hulst te hebben verdreven, deze kerk goederen met de daad in bezit nemen, maar moest zekc ze, bij hot keeren van de oorlogskans, nogmaals ontruinien_ en in 1596 aan den aartshertog albrfcht poo) van oostenrijk in handen laten. Nadat echter prins frederik Hendrik in 1645 de stad Hulst voor goed onder liet gebied der staten terug bragt, kioc werden deze bezittingen op den 16 April 1646 j. eindelijk door de algemeene staten weder aan het huis van Oranje hergeven, welke donatie de koning l(i van Spanje vervolgens, bij het vredesverdrag van Munster in 1648, plegtig bevestigde. De weinige monniken, toen nog in het klooster aanwezig, mog- ten het vreedzaam ontruimen; en het was toen, dat de kloosterkapel aan de hervormde eeredienst werd ger kei. toegewijd, door prins willem ii goedgunstig daar- toe afgestaan; gelijk ook het bestaan van de gerefor- HUT HOF TE ZANDE. VOOI

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 264