dat het sieraad en de kroon dezer omstreken met ruwe hand zoude worden afgebroken en opgeruimd, en daarmede onvermijdelijk zoo menige belangrijke en dierbare herinnering uit het geheugen en de harten der ingezetenen zoude worden uitgewiseht; gelijk alzoo tevens een der merkwaardigste en be langrijkste gebouwen van Zeeland zoude verdwijnen. Herhaalde pogingen werden aangewend, oin zoo mogelijk dit treurig lot nog af te wenden. "Ver scheidene ingezetenen wendden zich bij eerbiedige adressen, deels afzonderlijk, deels vereenigd, tot den koning, met de bede, dat het Z. M. mogt behagen, het statige gebouw alsnog voor vernieling te bewaren. Klets mogt baten. Het besluit der slooping was onherroepelijk genomen bij de hoofd-adminis- tratie van het kroondomein, en het eerste en oudste gedenkteeken van de liefde van het nederlandsche volk voor het huis van Oranje moest, helaasvallen als het offer van geldelijke berekeningenOp het oogenblik, waarin wij dit met diepen-weemoed terneder schrijven, staat er nog slechts een-gering gedeelte van het hoofdgebouw. Weldra zal het werk der vernieling geheel volbragt zijn, en zal ook het laatste spoor van het eeuwenheugend vor stelijk Hof te Zande zijn uitgewiseht. Sic transit gloria mundi! Hontenisse, 1857. 226 HET HOF TE ZANDE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 266