WATERSNOOD IN VLAANDEREN IN 1423. In tjaer ons Heeren mcccc ende xxm was in Vlaenderen groet water, soe dat men niet en mochte sayen; ende verdroncken vele lieden ende beesten, ende d'incarnacioen van dezen mach men vinden in deze twee veersen: Het opmerkelijke van dit tijdvers, door dr. j. van vloten in zijne bekende Geschiedzangen uit do Kr on. van Vlaanderen, II, bl. 26, opgenomen, is de vermelding van Schoondijke. Het leert ons dat de Schoondijkenaren ruimschoots in de rampen van den watervloed hebben gedeeld; dat zij water in hun wijn moesten doen, zoo als men welligt heden zeggen zoude, of, zoo als de geschiedschrijver het uitdrukt, dat zij hun wijn koel moesten drinken. J. II. van dale. 1857. DE PARADE TE MIDDERNACHT. 17 AANTEEKENING. Ia den Almanak des VolksAntwerpen, bennes en geruits 1856, komt eene vlaamsche vertaling dezes wonderbaar gedach ten staks voor van den heer J. van beers. Verre van mij met den gevierde te willen meten, meende ik toch mijn hollandsch niet te moeten achterhonden. Dit als verschooning voor het uit de portefeuille halen van een stukje van 1854. Scoend/ke dranc den wiin cod, doen d wat er hadde flzcneghen poe/." 2,

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 57