AANGAANDE ST. ANNA TER MUIDEN. 31 paquot, Memoires, t. I, p. 487, in zijn artikel over walterius de MUDA, de Chron. van Vlaend., d. I, fol. 381; Jaerb. van Brugge, I, 160; meyerus, fol. 82, recto, en sanderus, t. a. p., waar het grafschrift van torphimus, aldus wordt opgegeven: Sic jacet D. Torphimus ex Regno Norwegia Civitatis Samariee Epis- copus, qui pro jure Ecclesia de terra sua exulatus, in mare naufragatushue tandem veniens pauper est attenuatus, per xxx septimanas infirmatushospitans 8g amore Christi misericorditer sustentaius sancto fine quievit anno Eomini 1284 sext» ld. Januarii. De levensbeschrijving van torphimus door waiteri us de muda is opgenomen in het werk van car. de visch, getiteld: Bibli- otheca sacri ordinis Cisterciensis etc., Douai, 1649, herdrukt en vermeerderd te Keulen, 1636, p. 316, 317, in welk werk men vindt: Historia abbatics Thosanaeiusdemque unio cum Episcopatu Brugensi et ah eodem rursus separatio, waarvan het leven van torphimus een deel is. Ten aanzien der vier poorten van Gend en bijzonder der Muidepoort leze men de Chron. van VI., I, 275, 331, en meye- rus, fol. 72, ad a. irccxxvrn; en ten aanzien van henricus a muda, a. w., fol. 80, ad a. mcclxxv, benevens sanderus, a. w., I, 162. 2) Item volons nous," zoo lezen wij in art. 5 der vernieuw de privelegiën van Mude door dodewijk van Crecy in 1330, waarvan ik een verslag gaf in Zeeland, jaarboekje voor 1853, bl. 165, vv., que li dis Eschevins, fait et a faire, et toute li communaulte de la ville, assamblée sur ce et a ce, nous jur- ront et a nos hoirs en tèle fourme et manière que dit est, avoeques ce se [d. i. si] il advenoit que la ville accreust et fust faite forte ville, que a tous nos besoins, volenteis, mandemens de bouce ou de lres [de^ouche ou de lettres] deliverront, bail- leront la ville, la garde des cleifz, portes d'ycelle et de toute la ville a nous ou a celuy ou a ciaux que nous y envoierons de par nous pour y demorer" etc. 3) Het boek der stedelijke archiven van Sluis, gemerkt C (perkamenten register), geeft daar getuigenis van. Het bevat

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 71