hadden, door herdijking te beverschen, en alzoo
de gronden van de voormalige polders: Zaamslag,
1 oucques, Graven, Oud- en Nieuw-Othene, Diepenee
en een gedeelte van Geenderdijk, in ée'ne bedijking
te herwinnen 12). Dat de waterstroomen, na zulk
een tal van jaren, al datgeen wat reeds in eenen
verwoesten toestand aan de golven was prijs gege
ven, aldaar nagenoeg vernietigd hadden, is gereede-
lijk te begrijpen. Alleen de versterkte toren, op
eene hoogte staande, was grootendeels behouden
gebleven, doch overigens konden slechts de grond
slagen, onder slib en zand voor het oog verborgen,
de plaatsen aanwijzen, w'aar vroeger de drie dorpen,
mitsgaders het kasteel en het hospitaal, of de groote
en kleine tempel, aanwezig geweest waren.
Niet zoodra was de herdijking van den nieuwen
Zaamslag-polder in 1649 en 1650 geheel tot stand
gebragt, waaraan eerst die van Aan- en Geender-
dijke, en achtervolgens die van den Groote-Huys-
sens-, Jvleine-Huyssens-, Kreeke-, Margaretha- en Een-
dragtpolder zich aansloot, of er verrees allengs;
onmiddellijk beoosten de plaats, waar het oude
Zaamslag stond, een nieuw dorp van dien zelfden
naam, waar men in 1657 een kerkgebouw is be
ginnen te stichten, hetwelk voltooid zijnde, den 27
Januarij 1658 tot de godsdienstoefening werd in
gewijd 13).
He dorpen Aandijk en Othene hebben intussohen
IX ZIJN VROEGEXIEN TOESTAND BESCHOUWD. 45