het voorregt niet mogen genieten hunne namen in
nieuw verrezen dorpen te zien herleven, tenzij men
het armoedige gehucht Othene (thans doorgaans
Noten geheeten), aan het noordwestelijk uiterste
van den Zaamslag-polder, als zoodanig ter herin
nering wil laten doorgaan. Van het kerkgebouw
te Othene, hetwelk in den Gravenpolder stond,
schijnt bij de herdijking geen het minste spoor
meer gevonden te zijn; daarentegen wel van dat
te Aandijk, hetwelk, uit de fondamenten op te
maken, eene aanzienlijke ruimte moet beslagen
hebben, gelijk bij opgravingen, zoowel in deze
als in de vorige eeuw, niet in den tegenwoordi-
gen Aandijkepolder, maar even daar buiten in den
aanpalenden Groote-Huyssenspolder, overtuigend ge
bleken is, en bij welke gelegenheden zelfs het
kerkhof en verscheidene doodkisten voor den dag
is gekomen.
Yele van deze pas vermelde bijzonderheden zou
den ons gewisselijk onbekend gebleven zijn, indien
niet eene verzameling van schriftelijke aanteekenin-
gen van wijlen een voornaam ingezeten van Zaam-
slag, die even als zijne voorzaten, allerlei gedenk
waardigheden, deze plaats betreffende, heeft te
boek gesteld, ons ter goeder ure in handen geko
men was. Aan deze hebben wij dan ook nog be
paalde narigten nopens het kasteel en den ver
sterkten toren te danken, welke wij hier gaarne
46
ZAAMSIAG