doch verminderde van tijd tot tijd in verheven heid en omvang, door telkens herhaalde en nog steeds voortdurende afgravingen, zoodat, hoewel nog heden ten dage een gedeelte dezer hoogte, met de sporen eener haar omringende, doch thans ge dempte gracht, zigthaar is, waarschijnlijk na wei nig jaren daarvan niets meer zal aan te vijzen zijn, en alleen de benaming der hoeve, achter wier woonhuis deze geringe overblijfselen zich nog voordoen, tot laatste herinnering zal moeten strekken. Bij eene afgraving der hoogte, nu om streeks een tiental jaren geleden, ontdekte men nog een vertrekje, rondom met tegeltjes bezet en van eenen haard voorzien, waarin zelfs houtskolen werden opgemerkt. Van de plaats, waar vroeger de tempel of het kasteel en het hospitaal stonden, waren, blijkens de gemelde aanteekeningen, in de vorige eeuw nog duidelijk de sporen te aanschouwen in de grachten, fondamenten en palen, waarop de brug gelegen had, die toegang tot het kasteel verleende. Zelfs schijnt men toen, bij opgravingen, onderaard- sche kelders ontdekt en aldaar muntspeciën ge vonden te hebben, waaruit de oudheid dier gebou wen gebleken is. Nu echter is het slechts een stuk lands, dat, vroeger de groote en kleine tempel genoemd, thans alleen de tempél geheeten wordt, het welk op omstreeks 10 minuten afstends van het 52 '/.AA.MSI.AG

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 92