60 DER SLUIZENAREN OPSTAND.
I
Bekaert, Heyne Dameraut, Moenken Kuse, en de pa-
tijnmaker met de buke; en condemneren voorts al de
genen, die ter tijd van de voorzeide commotie dekenen
waren, hoofden van ambachten, neringen of gilden, die
hunne bannieren hadden ter markt, dezelve bannieren te
brengen in de handen van onze voorzeide commissaris
sen om daarmede gedaan te wezen, alzoo wij ordonneren
zullen. En interdiceren en verbieden den voorzeiden van der
Sluis, immermeer gelijke bannieren op te rigten, op de ver
beurte van de vrijheid van elks ambacht en nering, die
contrarie dede, en bovendien arbitralijk gepuneerd te
zijn, daar en alzoo het behooren zal. Condemnerende
voorts het ambacht van de smeden te doen maken eene
zilveren lamp, wegende drie mark, en die te hangen
voor het beeld van Onze Vrouwe te Aardenburg in ge-
denkenisse en eeuwelijke memorie van dat zij de eersten
waren, die met standaarden ter markt kwamen. En wij
hebben gepriveerd en priveren bij deze presente [lette
ren] Jacob' de Hollander van de vrijheid van den
voorzeiden ambachte. En wij hebben weder opgesteld,
en stellen weder op bij deze voorzeide presente [lette
ren], de assize van den wijne, biere, mele en andere,
en insgelijks het oorlofgeld, het wazegeld, het passage
geld en andere imposten, in den zelfden staat als zij loop
hadden, ten tijde als zij bij de voorzeide gemeente af
geroepen en te haren verzoeke te niete gedaan waren
aboliërende en te niet doende de zesmannen, weder
roepen hunne magt en confirmatie en willen, dat onze
voorzeide stad voortaan geregeerd worde, zoowel in
policie, justicie als anderzins door onzen baljuw, de wet