DEK SLUIZEN AREN OPSTAND.
67
rade in Vlaanderen; men vreesde dat de prooi ontsnap
pen mogt, tot het te laat was haar vrijwillig te slaken.
Zoo kan de verbittering het verstand benevelen; zoo
verblindt zij het gezigt, en verbergt den afgrond aan
welks rand men omdwaalt, tot men daarin neder zinkt
en het te laat is om terug te treden en af te wijken
van den weg des verderfs. Allen die eene rol speelden
in het drama van den opstand zijn reeds lang verzameld
tot hunne vaderen; zij spreken tot ons niet meer van
verdrukking, die zij geleden, van lasten, die zij gedragen
hebben, maar wat zij leden, wat zij droegen legt ons
den wensch op de lippen: Moge onze geboortestad
nimmer getuige worden van gebeurtenissen, als welke
wij hebben gade geslagenMoge zucht tot orde, onder
werping aan de wetten van stad en land er wonen!
Moge, niet meer gebonden door banden der afhankelijk
heid; niet meer gebogen onder den druk der belastin
gen, der willekeur en des overmoeds, nieuwe bloei en
welvaart haar deel zijn! Dat geve Hij, Die het regt
der armen en der verdrukten gelden doet, en de mag-
tigen deelt als een' roof.
A A N T E E KENINGEN.
(1) N. G. van kampen, Vaderlandsche karakterkunde, enz.
deel I, hl. 213.
(2) Jonkheer nicolaes uespars, Cronyclce van den lande
ende graefscepe van Vlaenderen, enz. dl. IV, bl. 122 en 123.