68
DEK SLUIZEN AKEN OPSTAND.
kervijN de lettenhove, Histoire de Flandre, tome V, p. 220 et 221-
(3) N. despars, Cronycke, enz. bl. 126 en 127. Geschiede
nis der graven van Vlaenderen, enz. dl. III, bl. 9. De eerste stelt
de dagteekening der gijzeling op 26, de schrijver van het tweede
werk op 16 Maart. Wij meenden den eersten te moeten volgen.
De gijzeling der zestien notabele poorters leverde geene vrucht op.
Er kwam in waarheid niet veel anders van, zegt desfaks, door
de voorspraak van hunlieder vrienden en magen, dan dat de dekens
en de gemeente, om 's volks toorn te breken, den gevlugten bur
gemeester van schepenen jan van nieuwenhove, filius michiels,
deden indagen op zekere groote straffen en verbeurten, en, ziende
dat hij niet gehoorzaamde, zoo stelden zij hem voorts te gelde,
te weten, op de som van tachtig ponden grooten, te verdienen
bij dengene, die hem te Brugge in hechte van vangenisse leveren
zoude. Wanneer wij zien hoe men te Brugge met de ontrouwe
schepenen handelde, dan bevreemdt het ons niet meer, dat de
Bruggelingen later weigerden de sluissche wethouders te Btraffen,
en de Sluizenaars bleven volharden in de weigering om hunne
gevangene poorters aan de bevoegde regterlijke magt over te
leveron, wel wetende, dat er dan van het straffen niet veel
komen zoude.
(1) De lettenhove, Histoire de Flandre, tome V, p. 168.
Dès 1463 les magistrate de l'Ecluse exposent que les revenus
de la ville diminuent paree que les marchands s'éloignent de leur
port qui amoindrit de jour en jour." Den 27sten Julij
1470 beval kabel de Stoute te Sint Omer dat, tot verbetering
der sluissche haven en om de opslikking van het Zwin tegen te
gaan, de polder van het Zwarte Gat geopend zoude worden. Het
baatte echter weinig. In de maand Mei des jaars 1487 lieten
daarom schepenen van Brugge de dijken van den polder herstellen.