DEE SLEIZENAREN OPSTAND. 69 (5) In de jaren 1471 en '72 was wijt de tisch burgemees ter van den courpse, en gui de baenst burgemeester van sche penen. Se Excellente Crenike berigt ons, dat de laatste verlof kreeg van den vorst, om den renteniers der stad maar halve ren ten te betalen. Dit is zeer wel mogelijk. De stadsrekening van 1472 behelst echter daaromtrent folio 74 reeto alleen het vol gende: „Betaald meester ciiaelks soilliot, secretaris mijns ge duchts heeren, ter cause van twee mandamenten, geimpetreerd van der stede wege: 't een aangaande de vrijhede van de laganeen zeedrift; en 't andere aangaande den delaye (het uitstel) van te betalen der stede rentiers." (6) Se Excellente CronUce zegt fol. 191Alle die het regi ment hadden" te Sluis „werden rijk." De volgende personen werden in 1471 en '72 om der stede schuld door de rentiers ge gijzeld: „Betaald PIETEE van hiile, als gevangen te Brugge jegens jan moens en andere rentiers: 2 sch. 2 gr. „Betaald hubeecht van monteooedb, ter cause van danicl zijnen broeder, die gevangen was te Brugge van lijfrente, jegens EOBEECHT VAN BAMBEKE: 20 Sch. „Betaald jacob andeies, vischkooper, als gevangen geweest in wedemaand (Junij) 1471 binnen de stad Brugge, jegens JAN MOBNS en andere rentiers: 20 sch. Betaald pieteb vesge, van dat hij gevangen gezijn heeft van der stede rente jegens jonas van der capelle: 12 sch. Om de zelfde oorzake was aan anthonis de visch, die te Yeurne gevangen was geweest, 12 sch. 8 gr. betaald; zoo ook was pieteb smout, dien wij wat later als eenen der voornaamste opstandelin gen zullen leeren kennen, in 1467 te Sint Omer om de zelfde oorzaak gevangen geweest, en werd hem daarvoor in 1472 vijf schellingen betaald; pieteb abe enz., enz. Wat verder aan deur-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 115