84
DEE SLUIZENAEEN OPSTAND.
„Holland stond ten doel aan 's volks opschuddingen door het
gisten der partijschappen en den haat tegen de belastingen. Te
Dordrecht vercenigden zich de Hoekschen en Kabeljaauwschen om
de afschaffing der belastingen te vorderen. De dekens der gilden
lieten veertig der aanzienlijkste burgers vatten, en hielden ze ge
vangen, tot dat ze rekening gedaan hadden.
Binuen Hoorn stookte dirk janszoon banjaart het vuur van
misnoegen, en in vergaderingen, nu te zijnen huize, dan iu eeue
herberg gehouden, stelde de opgeruide aauliang zeven hoofd
mannen aan. Onder ue hand hitste hij de huislieden op, die
muitende naar het stadhuis togen, en maarten veelaar, den
schout, in 'taaugezigt venveten, dat hij zijn ambt, voor geld, hun
afgelcneveld, gekocht had. Veelaar, in den waan dat een groot-
sche toestel het volk in ontzag zou houden, verscheen omringd
van veertien dienaren, in nieuwe liverei gedost, doch dit vertoon
diende alleen om de burgers des te meer te verbitteren. Zij vielen
op zijn gevolg aan, verklarende niet te zullen dulden, dat
hij met zooveel dienaren ging, en dat alle accijnzen af
moesten, al zouden er al de heeren om sterven. Het
oproerig.. gepeupel liet niet af, en men moest het ten wille zijn.
De brieven, bij welke hertog karel het heffen der belastingen
geboden had, werden ten voorschijn gehragt, ter bespotting op
eenen stok gestoken, en in zegepraal naar de markt gevoerd,
waar men er de zegels afrukte. Op den 15den van grasmaand,
den tijd, wanneer de wethouderschap gewoonlijk veranderde, ge
schiedde de verkiezing naar den zin van het gemeen.Verscheidene
der oude regenten zette meu gevangen, en plunderde het huis van
den schout, die, om in zijn ambt door Maria bevestigd te wor
den, naar Gent wras getrokken. Bij zijne wederkomst werd hij
genoodzaakt daarvan afstand te doen, en banjaart in zijue plaats