•EEGTSGELEERDHEID. 'fc Proces, met al „'t Verschot er op, Komt op jou kop „Nu kijkt daarom „Maar niet zoo dom Eu vragend, man! Ala of je er van Geen zier begreep, „Jij, steeds zoo leep!" 'k Beken hem, dat Ik maar niet vat, Wat of hem thans Van zijne kans Zóó overtuigt, Dat hij reeds juicht In d'uitslag. Neen, Dat ik juist meen Te winnen, want. Hier valt de kwant Mij in de reen: „Jij? Kom, loop heen! Van beiden één, Maar jij niet, neen! „Weet, 'kvroeg om raad Een' advokaat „Die overlei „En peinsde, en zei: Uw zaak staat goed, Ja winnen moet En zult gij 't pleit." Dat heeft gezeid Een advokaat, „Eu die verstaat „Wat van ons regt .„Het wetboek zegt."

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 133