BIJ DE VROUWE VAN DENTERGEM. 91 Het West-vlaamsche dorp Dentergem beslaat het midden eener sterk bevolkte landstreek. Niet verre van de vruchtbare boorden der Leije, nabij de grenslijn, die de provinciën Oost- en West-Vlaanderen vaneen scheidt, heeft het zich gelegerd. Toch, hoezeer tot de laatste provincie belioorende, schijnt het met naauwer banden verknocht aan Oost-Vlaanderen. Althans, men zou den heên- en terugtogt naar Gend kunnen afleggen in den zelfden tijd, dien men behoeven zou voor eene reis naar Brugge; en wie van Dentergem de naaste stad zou wil len bezoeken, hij zou niet henengaan naar Thielt, de hoofdplaats van zijn arrondissement en decanaat, maar hij zou de grenslijn overtrekken naar het Oost-Vlaamsche Deinze. Dentergem, dat heden niet verre van de drieduizend zielen telt, zal ook in de zestiende eeuw wel eene aan zienlijke plaats zijn geweest. Al vroeg was het der hervorming toegedaan, en welligt behoorde het als zoo danig tot de classis van Deinze, die in 1578 op de gendsche klassen van Julij en November, en in 1579 op de provinciale synode der vlaamsche kerken van 3 en 4 November te Brugge wettig verordend was (2). Wij lezen, dat arnoldus de steur, in 1578 te Bousselare predikant geworden, toen deze plaats in Maart des vol genden jaars in de magt kwam der Malcontenten en hij van daar wijken moest, te Axel predikant werd, doch dat de gemeente van Dentergem, die hem na die van Axel beroepen had, hierin bezwaarlijk kon toestem men (3). Of hij er nog de evangeliedienst heeft waarge nomen, en wie overigens nog te Dentergem als predikant mag

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 137