94 EEN KEANKBEZOEK hoogste en teederste zorgen van de opzieners en gemeente, te voorzien in de behoeften der arme broeders en zus ters, de Godsbode liet dan ook deze gelegenheid niet ontglippen om der stervende de belangen harer scha mele geloofsverwanten op het hart te drukken, en haar aan te sporen tot eene barmhartigheid die roemt tegen het oordeel. Gedenk der armen grooten nood," zoo vermaant hijik bid u, wil ze niet vergeten die de Heer in Zijne plaatse liet." „Het is gedaan," fluistert de stervende, en straks blaast zij den laatsten adem uit. „Het is gedaan," daaruit besluit de predikant, gedachtig aan wat de bediende hem gezegd heeft, dat de ster vende de armen in haar testament bedacht heeft, en hij be zwaart niet haar laatste oogenblikken door verder aan te drin gen bepaaldelijk op dien liefdepligt. Of de nabestaanden, die het doodsbed omgaven, zijne vermaning tot het ge denken der armen gehoord hadden; of zij ze, begeerig naar de erfenis, ten kwade duidden, weten wij niet. Wel spraken zij onder elkander. Doch de leeraar hoorde het niet; althans hij sloeg er zoo weinig acht op, dat hij 't zich naderhand niet meer te herinneren wist. Yol van wat hij gezien en gesproken had, verliet de trouwe herder de zieltogende vrouwe. Hij had zijn' moeijelijken en aandoenlijken last volbragt. Hej; schijnt, dat inderdaad later, ten aanzien der gift den armen toegezegd, door de betrekkingen der ontslapene moeijelijkheden werden in den weg gelegd. De vrouwe van Dentergem had daaromtrent op haar sterfbed eene belofte gedaan, en de erfgenamen weigerden misschien er aan te voldoen, terwijl het testament der gestorvene niets

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 140