DE MEIKOOPDAGEN. Ill koeijen ruim gevoerd en goed verzorgd geworden, om door een gunstig voorkomen het oog der koopers te be koren. Wie zal dit wraken? Die zijn huis wil ver- koopen, verwt den voorgevel, en dwaas is hij, die zich daardoor omtrent de innerlijke waarde laat misleiden. Maar het is te laken, dat men meermalen op de laatste dagen voor de verkooping de paarden overvoert. Hier door ziet men dan ook wel gebeuren, dat, wanneer de kooper zijn paard naar huis geleidt, het herhaalde malen op den weg neervalt; ja dat de gezondheid van het edele dier voor altijd is geknakt, en het na korter' of langer' tijd aan de gevolgen van dit overvoeren bezwijkt. Wij begeven ons thans naar zulk een' koopdag. Wij hebben gewacht tot den namiddag, wanneer reeds alles in vollen gang is. Voor ons doel is het tijdig genoeg, als wij er even voor twee ure aankomen, wanneer de paarden verkocht worden; want ofschoon wij, evenmin als de meesten, met de eigenlijke verkooping iets te maken hebben, dit gedeelte er van verzuimt toch niemand, en wij willen het ook niet mis loopen. Wij hebben niet noodig den weg te vragen: eene menigte van rijtuigen en voetgangers, die naar de hofstede stroomen, wijst ons dien. Wij zien reeds, dat hier alle standen der maat schappij zullen vertegenwoordigd wezen: Wij worden voorbij gestreefd door tilburys, char-a-bancs en chais- karretjes, waarin grondeigenaars en andere heeren, onder welke velen in gezelschap van dames en kinderen, zijn gezeten; door landlieden met hun gezin, rijdende met phaëton, speel- of huifwagen, al naar gelang van hun vermogen, hunne zucht tot weelde of gemak, of ook wel

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 157