BE MEIKOOPDAGEN. 119 niet bezocht hadden. Een nog ongezien schouw spel trekt hier onze aandacht. Het lijkt wel een troep Heidens die kamperen. Het blijkt bij nader onderzoek een regte schooijers-herberg te wezen. Verscheidene vuren, waarvan de rook ons in het gezigt waait, bran den in de open lucht, en dienen of hebben gediend om water te koken. Liedjeszangers, straatmuzikanten en bedelaars hebben hier hun hoofdkwartier gevestigd, en loopen af en aan. Men ziet er hen eten en drinken, hun wasch doen, de kinderen reinigen en de opgegaar- de centen tellen. Na nog eens rondgewandeld en aan een koekkraam eenig lekkers voor onze huisgenooten te hebben gekocht bij een der voortreffelijke banketbakkers, die wij in deze streek bezitten, begeven wij ons naar het dorp. Hier is het voluit kermis: er wordt gedanst tot laat in den nacht, en niet alleen hier, maar ook in de naburige gemeenten, waar men heeft berekend, dat vele koopdag bezoekers zouden doortrekken. Ziedaar het gewone beloop van een meikoopdag, 's Lands wijs, 's lands eer, zegt men van eenig lands gebruik, wanneer men het niet in alle opzigten goed vindt; en zoo is het hier ook met de meikoopdagen. Daartegen zijn voornamelijk twee bedenkingen in te brengen. Vooreerst is dat kermis houden bij eene ver- kooping al zeer stootend voor den landman met zijn gezin, die door eene voor hem beklagelijke oorzaak, de hofstede moet verlaten; alsdan wordt in het woonhuis

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 165