126 TER ALGEMEENE ONDERTV.-VERGADERING ENZ.
En, zeegnend aller lichten bron,
Van 't licht der goddelijke zon,
Als kind des lichts, getuigen.
o, Valle uw' schoone taak u ligt!
o, Zij zij u ten zoeten pligt,
Tot heil der medemenschen.
Dit zal mijn hart, mijn toon, mijn lied,
Zoolang mijn oog nw pogen ziet,
Steeds voor u allen wenschen.
Ja, 'k acht hem hoog dien eedlen stand,
Dat sieraad van ons vaderland
Der brave vad'ren erve
Zoo waard dat hij des staatsmans zorg,
't Bestaan ten onderstand en borg,
Door wet en regt verwerve!
o, Valle uw' schoone taak u ligt!
o, Zij zij n ten zoeten pligt,
Dan vindt ge in 't harte vrede,
En blijft uw ambt, zoo als weleer,
De grondzuil van het rijksbeheer,
Van orde, wet en rede.
Plant en maakt nat: de kracht ten groei,
De kiem der vrucht, de schoone bloei,
Als oorzaak van haar leven,
Moog' God de. Heer, in ruime maat,
In uwen werkkring geven!
