136 DE ZEEUWSCHE SCHRIJFKUNSTENAAR dagen niemand meer aantreft, die met de schrijfkunste naars van vroegeren tijd kan wedijveren. Het moge in zeker opzigt waar zijn, dat enkele school onderwijzers van vroeger dagen het in de schrijfkunst, naar den smaak van dien tijd met veel onnatuurlijk krulwerk opgesierd, tot eene verwonderingwekkende hoogte gebragt hebben, ontegensprekelijk waar is het daarentegen ook, dat men bij het onderwijzend personeel van onzen tijd wel tien goede schrijvers kan noemen, tegen één in de vorige eeuw; welke verhouding nog sterker uitkomt, als men in aanmerking neemt, hoe men vroeger ruimschoots tijd vond om zich in de schrijfkunst te oefenen, wanneer slechts aanleg en lust daartoe aan wezig waren, terwijl van hen, die in onze dagen wen- schen zich tot den onderwijzersstand te zien opgeleid, vrij wat meer gevorderd wordt dan die machinale af- rigtingen, welke toen voldoende geacht werden. En al ware het dan ook, dat men in onze eeuw niet meer zulke schrijfkunstenaars kon aanwijzen als die, op welke men zich in vroegeren tijd met alle regt mogt beroemen, wat wij intusschen nog zoo gaaf niet gewonnen geven zeker althans bezit ons vaderland in onze dagen een aantal onderwijzers, die niet slechts meester lijk de pen weten te hanteren, maar, wat oneindig meer beteekent, die voor het onderwijs in de schrijfkunst be rekend zijn, welke begaafdheid toch de meeste schrijf kunstenaars van vroegeren tijd, toen men zich minder of in het geheel niet op de onderwijskunst toelegde geheel of althans grootendeels misten. Wij willen ondertusschen met deze onze redenering,

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 182