150 AAN HH. LEDEN DEE KONINKL. SOCIËTEIT ST. CECILIA.
Ja! de reinste mcnschenliefde
woont en zetelt in het hart
Van den echten Nederlander,
van den nederlandschen bard.
Dit bewijst uw komst hierhenen,
en wij slaan u juichend ga,
Daar we u met den kreet begroeten:
Here aan Sint Cecilia!
Wat geen Phebus in kan storten
met geheel der muzen rei;
Wat geen grieksche kunst kon geven
in haar prachtigst feestlivrei
Dat vermag de geest des levens,
Die in eedier godsdienst aaint,
Alle menschen mint als broeders
en zich nooit der armen schaamt;
Neen! blijmoedig hun de gaven
van de goddelijkste kunst
Heiligt iu den vollen rijkdom
van onafgedwongen gunst.
Dat vermag de geest der mildheid,
door uw broederschap verwekt,
Daar zij weldoend door de heemden
van het noorder-Neêrland trekt.
Dat vermag de geest der liefde
van uw schutsvrouw vroeg en spS.
Haar en u zij dank en hulde,
eere aan Sint Cecilial