160 EENS PELGRIMS LIED. En gure nevels kwamen; De storm verhief zijn kracht; Hij joeg de wolken zamen, En rondom tverd het nacht. Toen stierven al de stralen En lied en poëzij En droom en idealen, Achalles was voorbij Maar schoon een treurig donker Droef neerhangt op mijn' haan, Nog lacht een stargellonker Mij zacht en vrieud'lijk aan. Nog blijft er op mijn wegen Een held're sterrentrits Mijn hopend hart ten zegen, En mijn getrouwe gids.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 206