IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. "109 over te brengen aan uwe hoofd-officieren, opdat ons eenige geregelde troepen mogen worden gezonden. Hoezeer slechts kort te Breskens hebbende vertoefd, zal UW.Ed. Gestr. toch reeds hebben moeten zien, hoe gewigtig het is, dat de rust en de veiligheid in dit land worde gemainteneerd, daar hetzelve het eenige punt van retraite oplevert voor de vlugtelingen uit België, die ge- wisselijk, bij den verwarden stand van zaken aldaar, nog steeds zullen vermeerderen. In een betoog te willen treden van hoeveel belang het is, dit land voor geregelden inval uit België te be veiligen, ten einde het occuperen van dezen oever der Schelde te beletten, valt buiten onze taak, omdat het ons niet voegt een punt aan te roeren, dat politiek zoude kunnen schijnen; hoezeer de geweldige uitvallen en de tijdschriften der contra-partij ruime stoffen daartoe op leveren. Maar de overweging, dat de oogst pas in de schuren is binnen gezameld, en dat het land alzoo een onbe rekenbare schat aan granen oplevert, waarvan op elke hofstede een aanmerkelijk deel is aanwezig; Dat de gemoederen meer en meer worden opgewon den en de bedreigingen, die uit Vlaanderen worden ge daan, reden geven tot gegronde vreeze voor dadelijkheden, die gewisselijk eene reactie zullen te weeg brengen, waar door onnoemelijke schaden kunnen worden te weeg ge- bragt, die niet alleen dit gewest moeten treffen, maar haren invloed op het geheele land noodwendig zullen doen gevoelen; Deze overweging, zeggen wij, zal gewis evenzeer als

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 215