IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. 173 Of wel iemand die zijn verstand heeft en vooral een krijgsman anders zoude gehandeld hebben dan ledel handelde, durft de steller dezes zelfs aan den meest partijdige vragen, overtuigd, dat een ieder zal toestem men, dat het vertrek en de onvergenoegdheid des oversten natuurlijk was, en dat hij niet anders handelen kon. Zooveel is zeker, dat de eerste ontvangst die ledel in het 4de district van Zeeland ondervond, eenen wrevel bij hem heeft opgewekt, die hem tegen vele personen tot aan zijnen dood is bijgebleven, en dat, zoo hij in de maanden November en December 1830, en in de vier laatste maanden van 1831 maatregelen nam, die voor velen hard waren of waarop aanmerkingen vielen, dit het gevolg is geweest van het wantrouwen in de gezind heid der inwoners, dat zijne eerste ontmoeting te Oost burg in hem had doen ontstaan. Inmiddels stapelden de gebeurtenissen zich op elkander De pogingen, die de prins van Oranje te Antwerpen deed tot bevrediging, hadden eene juist tegenovergestelde uit werking, en de taal der hoofden van het belgisch be stuur was niet alleen overmoedig, maar die der dagbladen grensde aan razernij tegen Noord-Nederland of tegen ieder die den naam van Noord-Nederlander droeg. Zoo vele vlaamsche dagbladen er uitkwamen, zoo vele wezen op het hoog belang van het in bezit nemen van Staats- Vlaanderen, en listiglijk wist zeker gentsch dagblad do godsdienst daarin te mengen. Yelen hadden de taa! van sommige der hoofden van den belgischen opstand als snoeverij beschouwd en hechtten nog minder gewigt aan woedende couranten-schrijverijen. Maar toen men

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 219