1S1
wekt; hoe de kansen na 22 October waren gekeerd
en de voorspoed der Belgen werd Veranderd in eene on
afgebroken reeks van tegenspoeden.
In sommige grensgemeenten van westelijk Staiats-
Vlaanderen had het genoemde voorval eene tegenover
gestelde uitwerking, althans zoo schreef men aan den
gouverneur der provincie, bij wien een zwart tafereel
werd opgehangen van de verbittering, die het wegnemen
der oproervlag te IJzendijke en het gevecht in de stra
ten van Oostburg in België had te weeg gebragt. Het
leven en de bezittingen der ingezetenen verkeerden in
gevaar, zeide men, en daarom v erzocht de gouverneur bij
brief van 26 October 1830, dat de admiraal opperbe
velhebber van Vlissingen order zoude geven aan de
officieren van de bezetting van het fort Frederik Hendrik
om, bij de verkenningen welke zij in het district zullen
doen, de oproervlag, waar die door de oproerige benden
is opgestoken, niet te doen afnemen, zoolang deze daad
niet het gevolg is eener dadelijke en blijvende bezetting
van de gemeente."
Dat deze brief met vaderlijke bedoelingen werd ge
schreven, daaraan zal niemand twijfelen, maar in te
gendeel toestemmen, dat de vrees der uiterste grens
gemeenten niet van grond was ontbloot. Dat evenwel
die brief een fatalen indruk maakte op de militairen en
gewapende burgers, dit ligt in de rede, en het gevolg
er van was dan ook, dat er tusschen deze laatsten en
liet zich noemende vredelievende gedeelte der burgerij
eene geduchte spanning ontstond.
Wetende hoe de admiraal gobius was gezind omtrent
IETS OMTRENT KOLONEL TOSEFH LEDEL.