186 IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. heden morgen uit Oostburg eene beweging over Sluis op St. Anna heb gemaakt, alwaar zieh 120 a 150 rebel len bevonden en de vlag hadden geplaatst. Op de aannadering der troepen en na eene ligte fusil lade, zonder bekend resultaat, zijn de oproerlingen in wan orde gevlugt; de vlag afgehaald zijnde, ben ik op Sluis geretourneerd, ten einde de vijanden te observeren en verdere maatregelen te beramen. Ik heb de eer met verschuldigde achting te zijn: De luitenant-kolonel, commanderende in Staats-Vlaanderen, (get.) J. LEDEL. Aan zijne excellentie den viee-admiraal, oppercommandant der vesting Vlissingen. Bij de beweging op Sluis had eene vergissing plaats, die eenen fatalen indruk op den bevelhebber maakte. Men had hem doen opmerken, dat het niet genoeg was van den kant van IJzendijke gedekt te wezen, maar dat men dit ook zijn moest van den kant van Aardenburg, bij zooverre Sluis bezet zoude worden en daarom werd bevel gegeven, dat een detachement infanterie en eenige artilleristen met een zesponds kanon post zouden vat ten bij den Tol no. 4 aan de Draaibrug. Noch officieren, noch manschappen van het detache ment hadden immer een voet gehad in Staats-Vlaanderen, en ofschoon het bevel om post te vatten bij den Tol no. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 232