IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. 191
order te stellen, dat alles zou geschieden volgens de be
velen, die hij een paar uren vroeger gegeven had, ter
wijl hij de bewoners der hofstede in de nabuurschap der
Draaibrug uitnoodigde om het bekleedsel van die brug
los te maken, om, voor het geval dat de vijand, meester
van Sluis zijnde en van daar zullende optrekken, dat
bekleedsel te kunnen weg nemen en alzoo den overgang
onmogelijk te maken.
Om elf ure was de overste te Oostburg terug en gaf
daarvan dadelijk berigt, blijkens onderstaanden brief:
Oostburg 30 Oct. 1830, 11 uren.
Na mijn vertrek uit Sluis hebben de muitelingen het
dorp St. Anna bezet. De berigten omtrent hunne sterk
te zijn zeer uiteen loopende; ook heb ik berigt ont
vangen, dat er 400 man te Maldegem en Middelburg in
Vlaanderen post hebben gevat en zich gereed zouden
maken om op Oostburg te marcheren.
Ik ben bezig om mijne troepen terug te laten trekken
om, ingevolge de bevelen van uwe excelh, wan
neer ik genoodzaakt worde, op het fort Frederik
Hendrik te replieren.
Het zal niet noodig wezen uwe excell. onder de aan
dacht te brengen, dat het fort in geenen staat van tegen
weer is, als van alles zijnde ontbloot.
De luitenant kolonel, commanderende
in Staats-Vlaanderen, (get.) J. LEDEL.
Aan Z, E. den mce-admiraal, opperlevelltehler
der vesting Vlissingen.