IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. 195 strekken zou om 's vijands magt te vermeerderen en ook te vermoeijend voor de troepen om dit te kunnen volhouden. De luitenant-kolonel, kommanderende in Staats-Vlaauderen, (get.) J. LEDEL. Jan zijne excellentie den mce-admiraal, opperbevelhebber van Vlimngen. Zoo druk de overste aan den opperbevelhebber schreef, zoo druk ook werd dit schrijven beantwoord en altijd gewezen op het hoog belang om te waken tegen overrompeling, en vooral te zorgen, dat Breskens en de forten verzekerd bleven. Het was gebleken, dat de soldaten gebrek hadden aan alles, zoodanig zelfs, dat velen geene vuursteenen had den op hunne geweren. In den namiddag van den 30 was een dringende brief om voorziening daarin aan den opperbevelhebber geschreven. De vuursteenen evenwel kwamen niet tijdig te Oostburg, en toen zij ontvangen werden, bevond men dat er vergeten was de looden tot het vastzetten van de steenen daarbij te voegen. Deze en andere omstan digheden deden ledel besluiten om op het fort terug te trekken, en het was alleen ten gevolge van de ver zekering, dat de retraite langs Schoondijke veilig was, en dat een sterke vijand voor die plaats een tijdlang kon

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 241