202 IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL.
doen aanvoeren (daar de luitenant op dat oogenblik
niet tegenwoordig was) en in eene goede positie ge
plaatst; terstond daarop verscheen er een groote hoop
van muitelingen, die mij met een hevig musketvuur
begroetten, en langs den grond kropen, om zoodanig
onder het stuk te komen en hetzelve te vermeesteren,
daar zij zekerlijk geen 150 passen van mij verwijderd
waren; doch door eenige wel aangebragte blikken-doos-
schoten, waardoor dat canaille als muizen door een
tuimelde, waarvan er een aantal nimmermeer opgestaan
zijn, gelukte het ons hen tegen te houden. Zes schoten
gedaan hebbende en mij van tusschen de divegeer-spee-
ken begevende, word ik ongelukkiglijk door een geweer
kogel in de borst getroffen; mij op dat oogenblik nog
staande houdende en zoo veel in mijn vermogen was
de noodige bevelen aan mijne manschappen gegeven te
hebben, ben ik uit het gevecht gebragt, niet meer in
staat zijnde om den mij aanvertrouwden post te blijven
vervullen en het gevecht mede ten einde te brengen,
zijnde er op het zelfde oogenblik ook twee van mijne
manschappen, als de kanonnier 1 klasse nobele en de
kanonnier 2de klasse rosbach, gekwetst geworden; dan
niettegenstaande dit, hebben de overige kanonniers, zon
der kommandant, niet opgehouden te vuren, totdat ein
delijk de 2de luitenant de raadt met het 2 stuk aan
gekomen is, en het kommando waarschijnlijk op zich
genomen heeft; dit alles is voorgevallen in tegenwoor
digheid van den lieere luitenant-kolonel liïdel.
Ten slotte kan ik niet genoeg mijne tevredenheid betui
gen over het gehouden gedrag mijner onderhebbende man-