304 IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. in mijn rapport heb gemeld. Volgens vaste berigten waren de muitelingen meer dan 2000 man sterk en hebben zij zeven wagens met geblesseerden medege voerd. Ons verlies is 12 a 15 gekwetsten, waarvan 2 gestorven zijn. De luitenant kerckoirlé en vooral dc lui tenant verburg en de luitenant de raadt heb- ben uitgemunt, gelijk in het algemeen de officieren zich dapper hebben gekweten. Kapitein groeneveld draagt het bewijs bij zich, en ik moet dus van dien braven man niet spreken. De chirurgijn moens van Zuidzande doet de grootste diensten. Sinds 8 dagen en nachten is hij steeds op de been geweest, 's nachts den toegang langs den zeedijk van Sluis bewakende, en over dag alles naloopende en bezorgende wat ik verlang. Iets dat des te meer verdienste heeft, daar de gedurige attaques van de muitelingen, en de plunderingen, die zij zich alom hebben veroorloofd, den grootsten schrik en de meeste verslagenheid te weeg hebben gebragt." Reeds den 6 November was dit rapport in handen van den minister van oorlog, en deze schreef op dien dag den volgenden brief aan den admiraal: Ik heb met uwer excellence's missive van den 3 dezer no. 39 ontvangen het rapport van den luitenant kolonel ledel betrekkelijk het gevecht tegen de muite lingen op den 31 October jongstleden. De door uwe excellentie aanbevolene officieren, wier namen in voorschreven rapport voorkomen, zijn door mij gedoteerd, terwijl de kapitein groeneveld

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 250