206 IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. waar hij was, zich in gevaar stelde om niet alleen het geheele land en zijne geheele magt, maar tevens de forten en de haven van Breskens te verspelen. De woordenwisselingen, waartoe het plan des oversten aanleiding gaf, waren alles behalve vriendschappelijk, en het bleek daaruit, dat hij niet blootweg door strategi sche inzigten werd geleid, maar dat men hem andermaal wantrouwen tegen de burgers had weten in te boezemen. Gedurende het gevecht hadden vele Oostburgers zich verwijderd, en waren niet terug, toen de overwinning was behaald. Dit was ook het geval met den persoon, dien de overste had weggezonden tot het brengen van berigt naar de forten en tot het doen oprukken der detachementen van IJzendijke en Schoondijke, op het oogenblik der verwarring, veroorzaakt door het hollen der bespanning van het verkeerd geladen kanonstuk. De burgemeester callenfels, die altijd op zijn post was, en die, om dit in het voorbijgaan te zeggen, bij het gevecht in de straten van Oostburg in den avond van den 22 October, eene vastberadenheid aan den dag had gelegd, waarvan men vruchteloos een sterker voor beeld zoude zoeken, was de eenige burgerlijke autoriteit, die den overste ten dienste stond, en het was dan ook burgemeester callenfels, die het hierboven sub no 14 medegedeelde rapport, onder het dietamen van den overste schreef. Men had dezen namelooze briefjes in handen weten te spelen, waarbij iemand hem aangewezen werd als der belgische partij toegedaan en als verstandhouding heb bende met Brugge cn Gend. De verkeerde uitvoering

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 252