214 IETS OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. niets meer verlang dan de rampen van den oorlog zoo veel mogelijk te verzachten, en alle schade te voorko men, die ik voorkomen kan, zoo verzoek ik UEd. alle heulen en sluizen, waardoor zeewater in uwe landen zoude kunnen dringen, af te dammen of goed te sluiten. De luitenant-kolonel, commanderende in Staats-Vlaanderen, J. LEDEL. Bij dien brief werd een schrijven gevoegd voor den burgemeester van Maldegem, hetwelk hier wordt mede gedeeld Oostburg, 3 Nov. 1830. i I Het schijnt zeker te zijn, dat inwoners uwer gemeente zich niet ontzien, herwaarts te komen en zich met de gewapende magt uit België te vereenigen. Het schij nen die burgers te zijn welke te Aardenburg en Sluis en op het Pavilloen des generaals van damme zich aan de schandelijke plundering van stille burgers hebben schul dig gemaakt. Het schenden van ons grondgebied, toen ik defensief ageerde en alleen dat territoir wilde bewaren, heeft mij de hardste maatregelen doen nemen; de dijk der Aar denburger haven is gereed om op het eerste signaal te springen, even als alle de sluizen. Ik wil bij de ram pen die ons land zoo ongelukkig maken geene verdere

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 260