IETS OMTBENT KOLONEL JOSEPH LEUEL. 215 voegen en niet anders handelen, dan noodig is voor de verdediging des lands en de veiligheid der burgers. Houd dus uwe .ingezetenen stil; dat die rustig af wachten wat het lot des lands wezen zal, en, zoo niet, zoo nog eene enkele beleediging aan de rustige burgers dezes lands wordt gedaan en ons territoir verder wordt geschonden, zal ik mij aan Maldegem wreken, en het aan uwe verantwoording laten alle de ongelukken, die zullen worden veroorzaakt. De luitenant-kolonel, commanderende in Staats-Vlaanderen, (get.) J. LEDEL. Ben JE. A. Heer burgemeester te Maldegem. De uitwerking van een en ander blijkt uit het on derstaande stuk. Aan den luitenant-lcolonel j. ledel. In het hoofdkwartier te Aardenburg, den 3 den November 1830, des avonds ten negen ure. Mijnheer Kennis hebbende bekomen van den brief, door u aan den burgemeester van Aardenburg geschreven, en de rampen willende voorkomen, welke de doorbraak der

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 261