IETS OMTBENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. 227 ten einde Cadzand voor eene algeheele verwoesting te bewaren (de sauver Cadzand d'une destruction totale) en mitsdien om voor te stellen, hetgeen de heer ledel reeds heeft voorgesteld, dat geene aanvallen op Cadzand verder zullen plaats hebben, indien de verzekering wordt gegeven, niet te zullen inunderen. De ligne en de dijken der Sophia- en Diomede- polders zouden de grens daarstellen, en over en weder zou men zieh verbinden die grens niet te overschrijden, dan na voorafgaande en tijdige opzegging ziedaar, mijnheer! alles wat ik doen kan." Ik bid, ik bezweer u, het voor mij zoo ontroerende van dit antwoord in ernstige overweging te nemen, en de geheele verwoesting van het land, tot welks verde diging uwed.gestr. herwaarts gezonden zijt, te voorkomen. Heb mededoogen met ons! Ons lot is naast God in uwe handen! Mijne pen weigert de rampen te schetsen, die ons boven het hoofd hangen, indien de vertegenwoordiging van dezelve niet in staat is het hart van uwed.gestr. te verteederen, en te bewegen om van een maatregel, immers voor het oogenblik, af te zien, die in zijne gevolgen de verschrikkelijkste onheilen, het gewis verlies van have, goed en leven zoude na zich slepen. De districts-commissaris, (get.) HENNEQUIN.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 273