230 IET8 OMTRENT KOLONEL JOSEPH LEDEL. den Kapitalen Dam konden vertoonen, ten einde den heer directeur dier watering het nietsbeduidende zijner snorkerijen te doen ondervinden, en te doen zien, dat nog van een anderen kant dan van mijne zijde zijne sluis in onze handen is. De laatste troepen schijnen van Maldegem afgetrokken te zijn. Het is dus alleen de bekende du bosch, die ous menaceert. De luitenant-kolonel, kommandant van Staats-Vlaanderen, (get.) J. LEDEL. Aan zijne excellentie den vice-admiraal, opperbevelhebber van Vlimngen. Wat ledel aan den heer districts-commissaris ge schreven had, was spoedig ter kennis van du boscii, want in den laten avond van denzelfden dag expedieerde hij eene missive, die oneindig lager was gestemd, dan het wilde schrijven, hetwelk hij zich den 10 November had veroorloofd. Deze brief luidt als volgt: De opperbestuurder der wateringen van den Kapitalen Dam en Isabella heeft de eer aan mijnheer den kolonel, bevelhebber van het land van Kadzand, het afschrift van eenen brief van het voorloopig bestuur van België, onder dagteekening van den 12 dezer maand, over te zenden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 276