HERINNERINGEN. 5 dronken te drinken, en alles aan stuk te slaan. Op den dag, dat, in 1794, de Franscben in het land kwamen, stierf te Groede de heer van hierschot, vader des zoo even genoemden. Allerlei geruchten ver spreidden zich nopens de wreedheden, die zij begingen; men zeide, dat zij zelfs doodkisten openden, om te zien of geene emigranten daarin verborgen waren, of wel misschien klooster-goederen in dezelve weg geborgen werden. Nog waren er in Groede geene Franschen verschenen, toen de dag der begrafenis aanbrak; met de gewone ceremoniën toog de lijkstoet naar de kerk, maar juist was men in de kom van het dorp, toen een troep fransche krijgslieden door het Schuitvlot de plaats binnen kwam. Men kan ligt begrijpen, dat én dragers én lijkgangers erge voorvallen te gemoet zagen, en tochde bevelhebber der troepen, den lijkstoet ziende, liet dadelijk halt houden en wachtte, met behoor lijken eerbied, tot dat alles voorbij was. Maar waar dwaal ik henen? Ik moest van de ge beurtenissen in 1831 verhalen, en ben reeds tot 17 94 opgeklommen! Ik keer terug tot mijn onderwerp. Ik heb de gebeurtenissen van den tiendaagschen veldtogt, in den vorigen jaargang, tot zaturdag den 6 Augustus be handeld. Op 'zondag den 7 Augustus voer reeds vroeg tijdig eene kanonneerboot het Sluische Gat binnen. Zij was gezonden, om de vernielde boot van bouricius te vervangen. Op het Hazegras hadden de Belgen nu 1080 man, onder bevel van den majoor" pauli, een kundig officier, die in 1829, nog eenen lageren Tang in dienst der Nederlanden bekleedende, met een deta-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 51