HERINNERINGEN. J 5 rr toen nog niet aan, dat de vijandelijkheden zoo spoe dig zouden eindigen; en nog minder, dat, na het staken derzelve, de onzen al den veroverden grond weder zouden moeten ontruimen. De ingezetenen verblijdden zich dus met deze aanstalten, hopende dat de grens- linie, die tot den keizerlijken oorlog van 1786, bestaan had, hersteld zoude worden; dat het Zwin van weder zijde, tot aan de monding toe, weder in ons bezit zoude geraken, en geheel de parochie van Sint-Anna weder aan Nederland zoude worden teruggebragt. Daar gaat het er op los," zeiden wij toen den 11 Augustus al de troepen op wagens geladen werden en alzoo uitrukten. „Dat gaat naar het Ilazegras," zeiden wij, en velen der manschap dachten het ook. Maar het was misgedacht. Eene vrij groote magt ruim 1500 man, meen ik vereenigde zich alzoo vroegtijdig te Aardenburg. Het ging weder op Maldegem los. Som mige officieren hadden liefst gezien, dat een klein ge deelte ware afgezonden, om eerst Middelburg in Vlaan deren, waar bijna geen krijgsvolk lag, te overrompelen en te bezetten. Het had nog de overblijfsels der wal len en vesten; men konde het spoedig wat versterken: het was een gewigtig punt. Ook ware, bij het voort rukken naar Maldegem, de flank gedekt geweest; maar niets hiervan. Men trok uit Aardenburg, met groot muzijk en slaande trom. De compagnie grenadiers van de Belgen, die zich met eenige tirailleurs te Eede be vond, had dus tijd om voordeelige stellingen in het hout te nemen, en naar alle zijden om versterking te zenden. Men rukte voort in twee kolommen. Lang»

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 61