29 HERINNERINGEN. geschokt, krank werden; ja zelfs den geest garen. Door vuur en zwaard van eiken kant Veel gruwzaams werd verrigt, En menig kraamvrouw stierf in 't land Met 't jonggeboren wicht; Maar dit, mijn vriendgeloof mijn woord Is iets, dat bij den oorlog hoort (4). De veldtogt was geëindigd. En de Belgen, die, negen maanden te voren, bij ^Oostburg gesneuveld waren, lagen daar met hunnen officier caune, aan den dijk bij de voorwacht begraven; en de morgenklok en de avondklok luidde, en zij ver namen het niet; en geheele scharen van Nederlanders trokken langs hun graf en kwamen met trom en krijgs- muzijk als overwinnaars terug, eu het deerde hun niet. En velen dergenen, die toen streden en die als over winnaars terug keerden, rusten nu ook reeds in den schoot der aarde, en wij overigen zullen hen daar wel haast volgen. Dan zal de morgenklok en de avond klok luiden en wij zullen het niet vernemen; dan zal er woeling en oproer wezen, volken zullen ten onder gaan en troonen zullen instorten: het zal ons niet kwel len of ontrusten. Zalig, die den goeden strijd zal ge streden en het geloof zal behouden hebben; hem wacht de onverwelkelijke kroon in de eeuwigheid. De wallen der steden worden op vele plaatsen in lusttuinen hervormd; op andere worden zij in korenvel den herschapenmaar eens zal de tijd komen, dat alle zwaarden tot spaden, en alle spiesen tot sikkelen zullen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 66