24 HERINNERINGEN. gen, werd de luitenant van der linde in het hoofd gekwetst, en de luitenant de raad doodelijk. Aan het hoofd der kolonne van lede l reed hij zelf, aan zijne linker hand hebbende kapitein mekern der genie, aan zijne regterhand mijn'persoon, en naast mij den chirurgijn moens. Op het vernemen dat de raad gewond was, en het stuk daardoor gecompromitteerd, spoedde moens in vliegenden ren voorwaarts en kwam korte oogenblikken daarna met den gewonden luitenant terug. Men had hem getild op het witte tijgerpaard van moens. Hij had witte onderkleederen aan, terwijl hij, zijn rok uitge trokken zijnde, alleen met zijn overhemd was gêdekt. De gewonde bloedde hevigdaardoor vertoonde hij zich in zijn wit gewaad, als in het bloed gewasschen. Ook het witte paard was geheel bebloed, en zoo werd de gewonde de oprukkende kolonne te gemoet gevoerd en over de gansche lengte er door geleid. De stedelijke middelburgsche schutterij, die eerst daags te voren in het veld gekomen was, stond aan het hoofd van de kolonne. Men kan dus nagaan, welk een' fatalen indruk de ijver van moens hier te weeg bragt. Kapitein flughi werd vooruit gezonden om het stuk van de raad over te nemen. Pas evenwel was de kolonne van ledel de herberg de Kroon voorbij getrok ken, of daar vond zij, op den weg uitgestrekt, den luite nant-adjudant van hoey, die even als de raad door schoten was. Een schrikkelijk vuur wei'd door de Belgen geopend, zoodat in eene gedachte 43 man sneuvelden. Het hoofd der kolonne begon te wankelen; de paarden van kolonel lijdel en kapitein mekern wierpen hunne

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 70