HERINNERINGEN.
ruiters af, zoodat ik, even als de eerste gelederen der
kolonne, in het vaste denkbeeld verkeerde, dat beiden
waren gekwetst of dood geschoten. Ik steeg af om
van HOEY te helpen, maar van die confusie maakte
jan de waal, knecht des kolonels, die ons te voet ver
gezelde, gebruik om op mijn paard te springen, en er
mede weg te rennen. De tamboer-majoor der 9de af-
deeling had een geweer van een' dei; gesneuvelden op
genomen. Vergezeld van de sapeurs ipenmeijer en
van der K.LIJE, kwam hij aangeloopen, om van iioet
en mij te ontzetten, terwijl de kolonel en kapitein
mekern weder te paard waren geraakt, en een jager mij
het mijne terug bragt. Sommigen zullen zich nog her
inneren de schrikbarende toespraak van kolonel ledel
tot de hem omringende manschappen. Hij stak zijn
degen op, en nam een overgehaald pistool als komman-
deursstaf, zwerende, dat hij zou ter neder schieten,
zonder aanzien des persoons, al wie een een duimbreed
week. Langzaam ging het voorwaarts; maar alsof de
eene confusie op de andere moest gestapeld worden,
kwam nu het berigt, dat de as van het stuk, door
flughi gecommandeerd, was afgesprongen, ten gevolge
waarvan het stuk in het diepe zand was gezakt, en bij het
vuren niet kon reculeren. Op het eigen moment dat
deze tweede confusie plaats had, toen was het dal
kempenaar kwam aanrennen, zeggende, niet dat er een
order was van den generaal de kock, maar dat de
garnizoenen van Brugge en van Gent in aanmarsch
waren, en dat de belgische generaal kenor met eene
zeer sterke kolonne van St. Laurens oprukte en wij