jhmi 28 HERINNERINGEN. denburg moesten, zicb hadden ingelaten met het be schieten van de wachten aan Stroopuit. In stede van voort te gaan, bleven zij hangen te Waterlandkerkje. Lako, die nu nog hier in Oostburg woont, kwam aanvliegen, zeggende, dat de Belgen bezig waren met over de Witte Brug te komen en ook langs St. Kruis binnen drongen. Het vuur van de kanonneerbooten werd gehoord. Het berigt kwam, dat hopbergen tot ontzet van de booten was opgerukt. De ééne alarme rende tijding stapelde zich op de andere, en zoo was het, dat geheel het plan eener demonstratie op Gent in duigen viel. Waren de troepen niet op het Kerkje blijven hangen, en hadden de kanonneerbooten zich nie t in het Dieve- gat begeven, dan ware de demonstratie op Gent doorgegaan. Dat toen de voorgenomene expeditie geheel in de war was geraakt; ieder weer gezonden werd, waar hij van daan was gekomen, is zeer natuurlijk. BLADVULLING. Den 18 Februarij 1756, zijnde een algemeene boete en bededag, is 's morgens omstreeks acht ure in de stad Sluis en het omliggende land van den Vrije eene aardbeving gevoeld, zijnde zoo zacht en ligt geweest, dat zij van de minste inwoners is gevoeld en gemerkt ge worden. De wind was oost, met stil weêr, sneeuwvallende." {M. Haykens. Hist. Jcronj. h. van dale.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 74