deb sluizenaben opstand. 41 grondrente, oorspronkelijk aan Vlaander ens graaf be- hoorende, maar aan de stad, wegens den graaf voorge- schotene penningen, overgegaan, ontving men 12 pond, 7 schellingen. De wijnassijs bragt 1149 p. 17 sch., de bierassijs 2243 p. 17 sch. op. Wegens de smalle pachten: de meelassijs, het bnsgeld, het bankgeld, de yssnwe, de markt, de cauchiede, de elle, de coornemate, de wijncriage, de scrooderie, de pastuere en de vissche- rij, ontving men 406 p. 10 sch. Het schrijfgeld be droeg 204 p. De pacht van der stede land, liggende te Mude, leverde 40 p. op; terwijl men wegens „submis siën" d. i. boeten van verschillenden aard, den poorters wegens gepleegde misdrijven opgelegd 3 p. 3 sch., ont ving. De eueillote van den grane leverde 115 p. 13 sch! Aan pointigne, d. i. belasting, omgesteld over de verschillende inwoners, bragten de zes constapels, als rest van den jare '69 en '70 nog 32 pond in. Nog werd „ontfanghen vander nyeuwer pointinghe, gheor- donneert gheinnet te zyne op de poorters, ambochten habitanten en de inwonenden van deser stede, nu op- ghestelt bi octroye myns gheduchts heeren ende prince in November int jaer xiiii lxxii, bi conestables ende dekens daertoe ghestelt", uit handen der zes constapels JAN EBANCHOYS, ANTHONIS BOET, PIETEB PEECHEVAEL, JACOP EEENBOUT, GODEVAEET fiÜUS WILLEMS VAN KNA KEN en ADBIAEN GODEVAEBTS, ruim 30 pond; en uit kanden der dekens van de „tijewevers, groenhout hou- vers, meulenaers, cordewanners (schoenmakers), backers, maetsenaers, kersghieters, wapenmakers, vleeschauwers, graeuwerkers, (bontwerkers), makelaers, barbiers, cleer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 87